"Daar hebt u het mee getroffen, met twee van die kinderen!"
De winkeljuffrouw van de plaatselijke drogisterij kijkt met wijdopengesperde ogen als midiman de bijsluiter van de neusspray leest. Hij vraagt zich af wat xylometazoline betekent. Miniman weet daar wel een antwoord op. "Dat is dat spul wat je snottebellen weer door je neus laat glijden." De winkeljuffrouw lacht eens vriendelijk naar de mannetjes. En schenkt mij ook een glimlach van oor tot oor.
Getroffen. Dat heb ik het zeker. De mannetjes zijn fantastisch. Vindingrijk, enthousiast en leergierig. En toch schuilt er ook een boel zorg in deze twee jongens.
De grote glimlach wordt opgevolgd door een nieuw stuk tekst van de vriendelijke mevrouw. "Hoe oud zijn ze? Ze hebben het wel mee zeg."
Ze hebben het wel mee. Iets wat ik vaker hoor als mensen het over mijn kinderen hebben. Wat hebben ze mee? Dat ze anders denken en daardoor door leeftijdsgenootjes vaak niet begrepen worden? Dat ze zich op deze jonge leeftijd al druk maken over de zin van het leven? Dat ze nachten denken over alles wat er in ze om gaat? Dat ze vaak op een totaal verkeerde manier worden aangesproken? Dat ze zich zo vlot ontwikkelen dat het voor henzelf soms frustrerend is?
Natuurlijk snap ik waar de mevrouw op doelt. Dat ze hun intelligentie mee hebben. Want, zoals veel mensen suggereren, dan kom je er wel.
Ze komen er ook wel, die twee. Maar niet zonder slag of stoot. Om te zien wat nodig is om dit soort kinderen gelukkig te maken, moet je ervaren. Ervaren hoe belangrijk het is om dagelijks te blijven uitdagen. Omdat ze anders niet slapen. De lijfjes zijn moe, maar de koppies nog niet. Ervaren hoe belangrijk passend onderwijs is. En ervaren hoe belangrijk het is om met mensen te kunnen praten die je begrijpen. En dat is een uitdaging. Want als je praat over hoogbegaafdheid wordt dat gezien als hoog van de toren blazen. Als pronken met je kind. Daarom doe je dat maar heel bewust niet.
We lopen door de stad. De jongens willen graag naar de plaatselijke spellenwinkel. Daar binnengekomen zoekt midiman de schaakspellen op. Ik hoor een diepe zucht en voetstappen. Benieuwd wat er is. Midiman loopt op de winkeleigenaar af. "Meneer?" De winkeleigenaar reageert op een prettige manier. "Wat wil je me vragen?" "Het valt me op de het schaakspel niet goed staat opgesteld. De dame staat niet op eigen kleur. Mag ik dat veranderen?" "Natuurlijk. Fijn dat je dat voorstelt. Het was me nog niet opgevallen."
Midiman loopt naar het schaakspel en wisselt de stukken. De winkeleigenaar gaat verder met zijn bezigheden.
Bijna ben ik verbaasd. Wat prettig dat mijn kind behandeld wordt zoals hij verdient. Ik heb geen aapjes die bewonderd horen te worden alsof ze in de dierentuin lopen. Ook deze kinderen verdienen het gezien te worden zoals ze zijn. Zonder ze het gevoel te geven dat ze vreemd zijn.
Zometeen komen ze thuis. Terug van een fijne plek waar ze onderwijs op maat krijgen. Waar ze allebei ontzettend gelukkig zijn. Dankzij de steun van bevlogen juffen die hun ziel en zaligheid leggen in het onderwijs aan hoogbegaafde kinderen.
Ik neem me voor niet meer angstig te zijn voor dat ene woord. Om niet meer bewust te zwijgen wanneer het over de prestaties van mijn kinderen gaat. Niet meer terug te deinsen voor mensen die vinden dat ik te hoog van de toren blaas. De jongens verdienen het dat ik over ze praat zoals ze zijn. Zonder de waarheid te verstoppen.
Trots.